Bij een hallux valgus ontstaat er een verandering in de functie van het MTP-1 gewricht. Door slijtage verdwijnt er steeds meer kraakbeen. Waardoor de gewrichtsruimte nauwer wordt. Het gevolg hiervan is een bewegingsbeperking van het MTP-1 gewricht. Daarnaast zal de botvorming leiden tot het geleidelijk ontstaan van een verdikking ter hoogte van MTP-1 en scheefstand van de hallux, welke in een later stadium kan leiden tot een afwijkende functie van de m. flexor hallucis longus, wat de scheefstand versterkt. Dit kan klachten geven bij het kopen en dragen van schoeisel, maar ook algehele functie- en bewegingsverandering van de voet, vooral in de 2e en 3e teen veroorzaken. Bij de ontwikkeling van de hallux valgus speelt erfelijkheid vaak een rol.

Klachten:

• Pijn in het gewricht van de grote teen bij lopen en staan
• Pijn door druk van de schoen op het verdikte gewricht
• Eelt en of likdoorns door de veranderde stand en toename van druk op tenen en voorvoet

Therapie:

• Podotherapeutische zolen ter correctie van de scheefstand en bescherming van het gewricht middels een zijkappolster
• Beschermende siliconen orthese
• Schoenadvies met speciale aandacht voor zoolmateriaal, ballijn, hakhoogte, stabiliteit bovenwerk, stevig contrefort, teenruimte, stiksels, etcetera

Controle:

Het resultaat is mede afhankelijk van de grootte van de afwijking en het moment waarop behandeld gaat worden. De behandeling varieert van correctie ter preventie van progressie van de standsafwijking of enkel pijnbestrijding. De betrokkenheuid van de patiënt met betrekking tot schoenadvies speelt een belangrijke rol in resultaat van de behandeling.